Skip links

Colle delle Nivolet: Een Episch Avontuur

Op de route van Turijn naar Aosta, diep in het hart van de Alpen, ligt de indrukwekkende Colle delle Nivolet. Met een hoogte van 2.612 meter is het een van de meest uitdagende bergpassen van Italië, vooral geliefd onder wielrenners vanwege de prachtige, maar zware klim. De weg slingert door het Gran Paradiso Nationaal Park, langs ongerepte natuur en adembenemende uitzichten over meren zoals het Lago Serrù en Lago Agnel. De iconische haarspeldbochten aan de top lijken recht uit een film te komen – en dat klopte, want The Italian Job (2003) zette deze route letterlijk in de spotlight.

Een van ons had de klim al eens eerder geprobeerd, maar kwam toen net voor de top tot stilstand. Het bordje “pas gesloten” bleek ook voor wielrenners te gelden, tot zijn verbazing. Een aantal jaren later probeerden we het nogmaals, met als enige uitdaging dat we de top moesten bereiken én de afdaling voltooien vóór zonsondergang, omdat je daarna niet meer in het natuurgebied mag zijn. Met een vroege middagvlucht en de juiste planning hadden we een strakke deadline voor dit avontuur. Dankzij een flexibele fietsverhuurder die de fietsen tegen betaling op het vliegveld wilde leveren stonden we tegen de middag, met een glimp zon aan de hemel, startklaar op het vliegveld.

De eerste kilometers naar Noasca waren eigenlijk rustig – een stuk vals plat dat ons weinig moeite kostte. Maar zodra we het dorpje uit waren, begon de weg al snel uitdagender te worden met een reeks haarspeldbochten die ons steeds hoger het berglandschap in voerden. De eerste serieuze beklimming bracht ons naar het Lago di Ceresole, een stuwmeer waar het landschap veranderde en de bergen zich imposant om ons heen sloten. Hier kregen we echter te maken met een nieuwe uitdaging: een stevige regenbui brak los, en voor we het wisten, waren we doorweekt.

Noodgedwongen schuilden we even in een bar om bij te komen en onze opties te bespreken. Het was nog zo’n 16 kilometer klimmen, en het vooruitzicht om in de regen verder omhoog te gaan en daarna ook in de regen af te dalen, leek weinig aantrekkelijk. Toch was het idee om terug te keren zonder de top te hebben bereikt nóg minder aantrekkelijk. Na wat overleg besloten we de klim te voltooien en bovenaan een nieuw plan te maken.

Het laatste deel van de klim was werkelijk prachtig. Langs de stuwdam, door indrukwekkende haarspeldbochten en langs ruige bergkammen bereikten we uiteindelijk de top, waar we nog net een paar haastige foto’s konden maken. We wilden zo snel mogelijk aan de afdaling beginnen om niet vast te zitten in de kou en regen die nu weer op komst waren.

De afdaling was niet wat we hadden verwacht. Het eerste stuk was onverhard en hoewel dat nog te doen was, werden de rotsen op de weg steeds groter en stroomden er kleine beekjes over het pad. Na een paar kilometer stond de wegwijzer naar het dal gericht. Het bergpad ging over in een wandelpad de berg af en hier begonnen we te lopen, fietsen op de schouders, tussen geiten door, over trappen en rotspartijen. Toen we een parkwachter passeerden, keek hij ons met een mengeling van verbazing en medelijden aan; wielrenners ziet hij waarschijnlijk niet vaak te voet de berg afdalen.

Na een kleine drie kilometer wandelen kwamen we eindelijk op een verharde weg, bij de top van de Col de Valsavarenche. Op dat moment begon het weer hard te regenen. De resterende 20 kilometer daalden we af in de stromende regen. Het was een barre tocht, maar het hotel lag gelukkig vlak aan de voet van de berg. Daar konden we eindelijk bijkomen en opdrogen, terwijl we terugblikten op wat we toch wel een once-in-a-lifetime avontuur noemden.

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
WhatsApp

Leave a comment

Dit vind je misschien ook leuk:

Deel dit artikel:

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
WhatsApp